In dit boek begint het verhaal met een klein meisje Mona dat opgroeit in een gezin waarin liefde geen vanzelfsprekendheid is. Haar moeder, die haar trouwens met enige regelmaat opsluit in de kast, komt te overlijden waarna een stiefmoeder haar intrede in het huishouden doet. Haar vader lijkt niet uit liefde met haar te trouwen, maar meer vanwege zijn onkunde om twee kinderen, Mona en haar jongere broertje Alexander, groot te brengen. Hij is altijd aan het werk in zijn tandartspraktijk, hij lijkt de werkelijkheid te willen ontvluchten. De stiefmoeder lijkt het allemaal goed te bedoelen, maar kan het gezin geen eenheid laten worden. Mona wil haar vader, stiefmoeder en broertje te allen tijde gelukkig maken en past zich, als een kameleon, in iedere situatie aan. De basis van Monaβs leven is gelegd,Agnes Eikema