Autisme

sociale-kaart, autisme, Goeree-Overflakkee

Autisme

Hoe heerlijk ik het vind om met mensen met autisme te werken.

Tom

Ik pak mijn telefoon op. ‘Hallo, je spreekt met Tom. Mijn broer zei dat ik naar jouw site moest kijken. Dat heb ik gedaan. Ik loop een beetje vast. Ik heb autisme. Heeft u daar verstand van?’

Daar moet ik even over nadenken. ‘Niet echt,’ zeg ik dan.

Bedoel je: ‘Helemaal niet, of een beetje?’

‘Een beetje.’

‘Heb je wel eens wat over autisme gelezen?’

Dat heb ik wel.

‘Hoeveel boeken?

‘Een stuk of 10, denk ik.’

‘Heb  je wel eens een cursus gedaan over autisme?’

ik heb vier of vijf cursussen gevolgd over autisme, of meer.

‘Komen er wel eens mensen met autisme bij jou?’

‘Ja, ik heb zo’n 12 man met autisme op bezoek gehad.’

‘Vind je autisten raar?’

Daar kan ik met mijn hele hart op antwoorden: ‘Ik vind autisten heerlijk, ik kom ze graag tegen, ik spreek met heel veel plezier met ze, ik vind de gesprekken leerzaam, ik hou van hun puurheid. Nou, geef mij maar autisten op mijn schip!’

Het ging niet goed met mij

Een week later stapte Tom met zijn broer Leo het schip binnen.

Na een bakje koffie (‘graag een mok met een oor, als dat kan’) stak Tom van wal. 

Ik ben wel eerder depressief geweest. Dat was toen ik bij een boekwinkel werkte. Ik houd heel veel van boeken, maar ik kon de druk niet aan. Het was in de tijd van sinterklaas en kerst. Zo druk, en zo veel stress. Klanten wilden graag snel geholpen worden. Ze willen graag advies, maar ik ben een langzaamdenker. ik heb wel leesideeën, maar ik heb altijd tijd nodig. En dan nog het inpakken van boeken. Pfff.’

‘En je baas deed niet zo aardig,’ vult Leo aan. die snapte jou niet. Die zat jou zo achter de vodden. Je werd er helemaal zenuwachtig van. En op een geven moment sliep je niet meer, en je at slecht.’

‘Ja, het ging niet goed met mij.’

‘En daarom,’ zegt Leo, ‘wilden we het nu graag een beetje vóór zijn. Je bent weer echt aan het tobben, hè.’ Tom knikt. Ja, hij wil niet weer depressief worden.

Biodiversiteit

En dan doet hij zijn verhaal. Hij werkt nu twee dagen in de week bij de bibliotheek. Daar heeft hij het naar zijn zin. Hij zet de boeken op zijn plaats, rangschikt ze, plaatst ze in de goede categorie. Zet de boeken in de computer, geeft de lezers goede adviezen, brengt koffie rond.

Dat werk is heerlijk, precies goed.

Maar hij woont nu drie jaar en twee maanden op zichzelf, in een kleine huurwoning van 125 m2. Een fijn huis, klein tuintje.

‘Ik heb nu twee brieven van de gemeente gekregen over de tuin. de buren klagen omdat er  zoveel onkruid is, de hele tuin staat vol, ze hebben er last van.

De buren hebben tuinen met tegels en gazon en hortensia’s. Best mooi, maar ik heb een hoekje met brandnetels, een hoekje met dorre bladeren. verder heb ik brem, egelantier,  kardinaalsmuts, kruipend zenegroen, kardinaalsmuts.’  Er verschijnt een brede glimlach op het gezicht van Tom. ‘Al mijn planten zijn goed voor de biodiversiteit, fijn voor vogels, insecten. Ze hebben vooral een diep wortelstelsel.’ Leo legt zijn hand op een arm van zijn broer. ‘Ja, stop maar, we snappen het al.’

“ik heb het nog niet over de luchtkwaliteit gehad’, begint Tom toch nog. En dan zwijgt hij

Zo kan je tuin er ook uit zien

Deze dieren kan je in de tuin van Tom vinden

meesje
egel

Een kwartje valt

Ik knik. Ik knap toch altijd zo op, van deze manier van denken. Of misschien moet ik zeggen, dat ik opknap van denken.

‘Wat heerlijk dat je het allemaal zo doordacht doet, Tom. En wat geweldig dat je je zo bekommert om de natuur. Weten de mensen van de gemeente en jouw buren wat jouw beweegredenen zijn om jouw tuin zo in te richten?’

Tom schudt zijn hoofd. Alleen Leo weet ervan.

‘Wat zou de wereld er mooi uitzien als iedereen zo bezig is met plant en dier, hè. En heel veel mensen willen dat misschien wel, maar hebben daar nooit onderzoek over gedaan.’

‘Ik wel,’ zegt Tom, ‘ik heb er heel veel over gelezen. Ik reserveer steeds allerlei natuurboeken bij de bibliotheek.’

Ik knik. En dan zie ik een kwartje vallen, bij Tom, en bij Leo. Ze staan beiden tegelijk op. ‘Ik heb een idee,’ zegt Tom. ‘Ik ook,’ zegt Leo. 

Ze lopen naar de deur, gaan het trapje op richting het dek. Leo draait zich nog even naar me om. ‘Bedankt, je gaat van on horen!’

Tom zit al in de auto.

Ik ben benieuwd, wat ze van plan zijn.

Boeken over autisme, door Colette de Bruin

Geef me de vijf is niet meer verkrijgbaar in de winkel. Wil je dit boek graag hebben, stuur me dan een mailtje, en ik verloot het boek onder de inzenders.

Een cactus als kraamcadeau

Toen ik, destijds, een lezing van Colette de Bruin bijwoonde, vertelde ze dat haar vader na haar geboorte direct naar de bloemenwinkel ging om een cadeau voor haar moeder uit te zoeken. Hij kwam terug met een cactus. Haar moeder was verrast, maar bijna een beetje pijnlijk verrast. Toen ze hem later vroeg waarom hij met een cactus aankwam, toen Colette geboren was, vertelde hij: ‘Ik dacht, dat jij het wel heel druk zou hebben, toen je pas een kleintje had. Daarom gaf ik een plant die weinig verzorging nodig had.’ Hij had erover nagedacht!

Judith Visser, over haar autisme

Wat kan ze dat toch meesterlijk. Judith Visser heeft in haar boeken Zondagskind, Zondagsleven en Zondagskracht beschreven hoe het voor haar is, autist te zijn.

Toen Tom het eerste boek gelezen had, heeft hij 10 exemplaren gekocht en uitgedeeld aan familie, vrienden en collega’s. ‘Dan weten ze hoe het voor mij is.’

Steeds weer keek ik vanuit het klaslokaal naar buiten, naar de vrijheid van de vogels in de boom op het schoolplein. Als kind moest je van kooitje naar kooitje, gekortwiekt door regels en leerplicht en ‘zo hoort het nu eenmaal’.
Ooit zou ik daarboven uitstijgen, nam ik me voor.
Ooit zou ik vliegen.

Trekjes van autisme?

Don Tillman, professor in de genetica, is erg intelligent, vriendelijk en sociaal wat onhandig. Of hij autist is, of hoogbegaafd, dat weet ik niet. Wel weet ik dat het heerlijk is om deze boeken te lezen. Ik heb deze boeken met ontzettend veel plezier beluisterd. Don zou een vriend van me kunnen zijn, en Rosie een vriendin. Wat zou ik met ze lachen als ze onze buren waren.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *