
Liefdestalen
‘Ik heb nooit over liefdestalen gehoord.’ Tranen wellen op in haar ogen. ‘En nu?’
Ze zit op de stoel met de gehaakte, veelkleurige plaid. Het is warm op het schip. Buiten is het wat dreigend. Geen enkel windje komt er door de kleine patrijspoorten.
Ze is een prachtige meid, helder blonde krullen tot op de schouders, helder blauwe ogen, druk gesticulerend, en een lage donkere stem. Maar er zit een verdrietkraakje in haar mooie stem. En de rimpeltjes rond haar ogen lijken geen pretrimpeltjes.
Ze heeft net haar verhaal gedaan.
‘Echt, ik krijg nooit spontaan een knuffel, of een aai over mijn bol, een hand op mijn arm. En ik heb er zo’n behoefte aan. En samen iets doen? Het moet altijd van mij vandaan komen. Ik vind het heerlijk om samen over een rommelmarkt te dwalen, een museum bezoeken. Hij vindt het wel leuk, maar hij zou het nooit eens zelf verzinnen.
Ik heb zo veel van hem gehouden, zo ontzettend veel. Hij was mijn alles. Hij was zorgzaam, maakte de heerlijkste ontbijtjes voor me klaar. Als ik iets wilde hebben, dan kocht hij het direct voor me. Zijn verjaardagscadeaus waren altijd zo precies zoals ik het wilde, mooie dure verfspullen, een boek waarover ik het gehad had, een ring met een prachtig groene steen. Maar je kunt de liefde toch niet kopen? Hij geeft gerust peperdure cadeaus, maar een warme omhelzing kost niets, en is ontzettend veel meer waard.’
Zo leeg en onbegrepen
‘In die twaalf jaar dat we getrouwd zijn, is hij steeds meer gaan werken. Financieel hebben we het goed. ‘Dat doe ik voor jou,’ zegt hij dan. Ja, dan kan hij weer iets moois voor me kopen, een nieuwe bank, een mooie klok.
Maar ik voel me zo leeg, zo niet gezien, zo niet begrepen.
Het lijkt net of ik alleen maar kwaad over hem kan spreken, maar dat is het niet. Het is een lieve man, echt lief. En hoe vaak hij niet tegen me gezegd heeft dat ik zo mooi ben, dat hij verdrinkt in mijn blauwe ogen, dat mijn oorlelletje zo mooi klingelt, dat ik zo heerlijk kan koken, dat hij zo graag thuiskomt. Maar ik weet niet wat ik met die lieve woordjes aanmoet. Als hij thuiskomt, verlang ik dat we samen op de bank gaan zitten, lekker dicht tegen elkaar. Maar hij gaat op zijn stoel zitten, schopt zijn schoenen uit. En dat is het dan.
En weet je, zijn cadeautjes zijn gestopt, zijn complimenten worden ook steeds minder en ons huis gaat er bijna een beetje uitzien als een ‘help-mijn-man-is-klusser-huis’.
Dat snap ik wel. Ik heb hem pijn gedaan. Met woorden, heel veel pijn. Niet per ongeluk, maar bewust. Heb hem op een gegeven moment gezegd dat ik niets koop voor zijn praatjes en dure cadeaus, dat mijn liefde niet te koop is. En dat ik liever wil kroelen, ‘ s avonds, dan dat hij klust aan de badkamer. Ik heb gezien aan zijn ogen dat het hem pijn deed. Maar ik had ook pijn. Ik voel me zo ellendig. En ik weet niet wanneer het begonnen is. Waarschijnlijk heel geleidelijk.’
Geen brug meer
‘Of…
Eén voorval kan ik me nog goed herinneren. Ik was een lang weekend weg geweest met mijn vriendinnen. Zo gezellig. We hadden veel gekletst en gelachen, en ik had ook weer veel zin om naar Herman te gaan. Rond etenstijd, maandag, zou ik weer thuis komen. Zes uur deed ik de voordeur open. Het halletje zag er opgeruimd uit, het rook heerlijk naar een reukzakje. Toen ik de deur naar de kamer opendeed, viel mijn oog direct op een prachtige bos veldbloemen. Herman was bezig in de keuken. Ik sprong op hem af, en knuffelde hem plat, zo blij dat ik weer thuis was, ik hield hem vast, bedolf hem onder mijn kussen. Hij liet het even toe, en toen duwde hij me zachtjes naar achteren. De aardappelen zouden aanbranden. En toen is er iets bij me geknapt. Ik ben naar de kamer gelopen rukte de tere bloemen uit de vaas, stormde weer richting Herman, smeet ze in zijn gezicht, raapte ze weer op, en gooide ze in de afvalbak. Ik was zo geraakt. En ik zie hem nog staan in die keuken, verdwaasd. En voor het eerst in onze tijd samen, zag ik bij hem tranen in zijn ogen. En ik wist dat ik hem pijn deed, maar ik heb hem de huid vol gescholden. Ik zag zijn verdriet, maar ik kon er niets mee. Ik had zelf zoveel pijn.
En toen is er iets kapot gegaan, en in de jaren die volgden, ging er steeds meer stuk. En nu, nu zitten we ieder op een eiland, en ik zie geen brug meer.’
Wil je dat ik je wat dingen vertel
Ik heb stil geluisterd. Wat een verdriet, en wat een eenzaamheid. ‘Zal ik nog een bakje koffie maken?’ Dat wil ze wel.
‘Wat wil je Loes, wil je nog wat praten, stil zijn, of wil je dat ik jou dingen vertel?’
Dan vertel ik haar, kort, over onze eerste tijd samen, zo wennen, twee verschillende culturen die samenkwamen, verschillende verlangens, én verschillende liefdestalen. Wist ik veel. En dan ga ik haar vertellen over liefdestalen. ‘Heb je daar wel eens over gehoord?’ Nee, ze schudt haar hoofd. Voorzichtig, aftastend of ze mijn verhaal nog trekt, leg ik uit dat ieder mens zijn eigen liefdestalen heeft, en dat we eerst elkaars taal moeten leren verstaan, voordat we ze misschien ook een beetje leren spreken.
Samen bespreken we dat Herman de liefdestaal ‘Lieve woorden’ goed spreekt, en ‘Dingen voor elkaar doen’ en ‘Cadeautjes’. En zij: ‘Aanraking’ en ‘Samen dingen doen.’
‘O, dit had ik eerder moeten weten. Dit had ik veel eerder moeten weten, veel eerder.’
Ze neemt het laatste slokje van haar koffie. ‘Zullen we nog een keer afspreken?’
Elkaars liefdestalen leren
Een week later, zitten ze samen bij mij op de bank. Mijn hart maakte een sprongetje toen ik ze beiden op het dek zag staan. Zou…?
Zijn ze gelukkig, opgelucht? Ik kan het niet goed peilen. Loes laat me niet langer in het ongewisse. ‘We gaan scheiden.’ Ze pakt de hand van Herman. ‘Er is teveel kapot.’ Herman knikt. Daar zitten ze dan, hand ik hand op de bank, verdrietig om wat er niet was. ‘We hebben veel van elkaar gehouden, en misschien nog wel,’ begint Herman. Hij stopt, kijkt Loes aan. ‘We hadden het eerder moeten weten, hè Loes, van die liefdestalen, maar het is te laat.’ Ze laten beiden hun tranen gaan.’ We hebben avonden gepraat,’ zegt Loes, ‘avonden. Nu pas begrijpen we elkaar. We hebben verteld wat onze wensen waren, onze liefdestalen. Maar we willen niet meer. We zijn te ver uit elkaar gedreven. We hebben geen puf en zin meer om elkaars liefdetalen te verstaan en te leren spreken. We willen niet meer die eenzaamheid en die pijn. Het is voorbij.’
‘We gaan nog wel naar een praktijk die ons kan leren goed uit elkaar te gaan,’ gaat Herman verder, maar we willen niet meer samen.
We praten nog een poosje verder over liefdestalen, over goede therapeuten, en dan is het tijd dat ze vertrekken.
En dan vertrekken ze, twee verdrietige mensen. Ik huil om ze.

Mijn liefdestalen
Ik kan ze zo goed begrijpen, deze Loes en Herman, mooie mensen die elkaar pijn deden, soms onbewust en soms expres. En ik herinner me, dat wij, mijn lief en ik, samen elkaar plechtig beloofd hebben na een nare woordenstrijd (mijn woorden kwamen als een waterval en donderbui, en die van hem waren op één hand te tellen) ‘We gaan elkaar nooit meer pijn doen.’ En dat was de ommekeer. We zijn elkaars liefdestalen gaan begrijpen, en leren spreken. En er is, na die ene keer, nooit meer een appeltaart door de lucht gevlogen. (Ik gooide mis, en hij gooide raak).

Wat jammer Geertje dat ze uit elkaar gaan🥲
Het leek weer helemaal goed te komen en toch niet!
Wat een ellende in de wereld en wat is het belangrijk om toch maar bij elkaar te blijven,
Zeker als je ouder wordt. Juist dan heb je elkaar nodig.
Dan maar zonder lichaamstaal….
Trouwens, ik heb eindelijk het boek van Navalny uit! Het was een hele kluif!
Heb er lang over gedaan, steeds stukjes gelezen en weer weg gelegd, maar de laatste 2 jaar van z’n gevangenschap
achter elkaar uit gelezen.
Liefs en groetjes van Alie
Ha Alie, over die liefdestalen zijn verschillende boeken geschreven, over relaties, over werksituaties, voor kinderen, bij dementie. Als je meer wil lezen, kan dat. (Bibliotheek?) Volgens mij ben je een echte lezer en ook een doorzetter. Je hebt het boek van Navalny uit! Ben benieuwd wat je volgende boek wordt!
Ach toch! Ja. Dat misverstaan. Het blijft waakzaam zijn op jezelf en op elkaar. En nee, denk maar niet dat je partner een andere (jouw) taal gaat spreken. Maar elkaars taal verstaan, begrijpen en waarderen is al zo van wezenlijk belang.
‘De 5 talen’ is heel duidelijk .
Ja, elkaars taal verstaan, begrijpen en waarderen, en soms, een beetje knullig die taal een beetje gaan spreken, een beetje brabbelen? Ik ben wel blij dat mijn lief mijn taal van ‘cadeautjes’ een beetje is gaan spreken. Of is dat verstaan? Dat kan ook wel zo zijn, ja. Misschien heb je wel helemaal gelijk.😘.