Sorry

Wat ontzettend naar, als je het gevoel hebt, steeds sorry te moeten zeggen.

sorry

Ze werd therapeut

Ze is nog jong.

Blonde krullen, helder blauwe ogen, 

Een mooi slank lijfje

Met een klein buikje met daarin haar eerste kindje.

Ze had gekozen voor een beroep waarin ze mensen kon helpen.

Ze werd therapeut.

Verwaarloosd

Ze wist wat het was:

Een nare, verwaarloosde jeugd te hebben.

Ze had ervaren wat het was dat mensen, mannen vooral, over haar grenzen gingen.

En ze had, helaas, ook ontdekt wat rouw was.

Maar niemand zag dat aan haar buitenkant.

Sorry

Toen hij, net als zij, begin dertig, bij haar kwam, wist ze wat hij dacht:

Wat moet zo’n jong meisje ?

Hoe kan ze mij helpen?

Ze had de neiging al, bij voorbaat te vertellen wat ze allemaal meegemaakt had. Een sorry, dus

Maar ze wist:

Het gaat niet om mij.

Het gaat om hem.

En ze opende haar hart.

Sorry dat ik besta

Hij ging zitten.

De jonge man begon te praten.

Zij zat, net zo gespannen als hij.

Wat kon ze inzetten.

Cognitieve gedragstherapie?

Oplossingsgerichte benaderingswijze?

Contextuele therapie?

Toen bedacht ze iets, wat ze een hoogleraar had horen zeggen.

Wees nieuwsgierig en ga achterover zitten.

Dat ging ze doen.

Dat was niet makkelijk.

Maar ze wist: híj moest het doen.

Het nam niet weg dat ze daar zat, met een hart voor empathie.

Ze zag zijn friemelende vingers, zijn lippen gevormd tot een streepje, zijn ogen stil.

En ze wist: hij had een muur om zich heen gevormd.

Dat herkende ze. Die muur, die ze Godzijdank niet meer nodig had.

Meestal tenminste.

Hij zat daar een uur, anderhalf uur.

En vertelde.

En zij voelde.

En wat ze wel tien keer hoorde, was zijn ‘Sorry’.

Sorry dat ik je lastig val, sorry dat ik niet weet hoe ik het moet zeggen.

Sorry,

dat ik besta.

Ik kom terug

Ze had geen erg meer in methodieken, protocollen enzo.

Ineens stond ze op, ging naar haar bureau.

Deed het bovenste laatje open, pakte een stapeltje post-it’s eruit.

‘Hier. Neem deze maar mee.

En als je de volgende keer komt,

als je tenminste wil komen,

neem dan deze papiertjes mee.

en schrijf op elke post-it, het woordje ‘Sorry’.

Dan heb je dat maar vast gehad.

Dan hoef je hier in ieder geval nooit meer sorry te zeggen.’

Op dat moment ontstond er iets tussen hen.

Hij glimlachte.

Ze zag zijn ogen nat worden, en hij stond op. Zijn rug recht.

‘Bedankt dat ik hier mocht zijn, het voelt goed dat ik er met mijn verhaal mocht zijn.

Het voelt hier goed.

En ik kom terug.’

Ze maakten een afspraak.

Klaar met dat sorry

Twee weken later was hij er weer.

Hij had een boodschappentas bij zich.

Terwijl zij naar het koffie zetapparaat liep, zei hij:

‘Wacht eens even, ik heb wat meegenomen.’

Op dat moment pakte hij zijn tas, kiepte hem ondersteboven, en door de lucht zweefden er een heleboel papiertjes, roze, groene, gele.

‘Jouw post-it’s waren niet genoeg,’ zei hij, een beetje glimlachend.

‘Ik had er veel meer nodig.

En bij elke sorry die ik opschreef,

voelde ik me lichter worden.

Het lijkt gek,

maar ik heb het wel gehad met dat sorry.’

Ze gingen beiden zitten.

En hij vertelde, zij luisterde, ze spiegelde, en na een uurtje stond hij op.

Hij vertrok,

zonder koffie.

En zij?

Ze schudde haar blonde krullen naar achteren, knipperde met haar ogen. 

Deed de deur achter hem dicht.

En het kindje in haar buik bewoog.