Valentijn
Kolom bewerken
Op een dag komt een jong stel bij priester Valentijn. ‘Wilt u ons trouwen?’
Het is het jaar 269. De jongen is een heidense soldaat en het meisje een christelijk boerinnetje.
Door Claudius II is het streng verboden dat een soldaat trouwt. Stel je voor dat een jonge soldaat steeds aan zijn lieve vrouw denkt op de slagveld. Hij zou afgeleid worden, en door de gedachte aan zijn liefde zijn moordende wapens slecht hanteren.
Priester Valentijn vindt de wetten van het land minder belangrijk dan de prille liefde tussen deze twee mensen. Hij geeft hen zijn zegen.